20 mei 1940: Bombardement voor Duinkerken
HET DRAMA VAN DE SS PAVON


3. Fransen waren op weg naar Breda

Waarom kwamen er opeens Franse troepen bij Goilre de Belgisch-Nederlandse grens over? Bij de Fransen lag voor het geval van een Duitse inval in Nederland en België een plan klaar: de ‘Hypothese Breda’. De Fransen die de Nederlandse grens passeerden moesten daar uitvoering aan geven. Het leidde tot een controverse die tot vandaag toe voortduurt.

Nederland, België en Frankrijk werden niet totaal verrast door de Duitse overval van 10 mei 1940. De drie landen hadden, afzonderlijk en gezamenlijk, ook plannen klaar liggen voor de verdediging.

Verdedigingsplannen

Kern van de verdediging van Nederland was volgens opperbevelhebber generaal Winkelman (Go2War2.nl) ‘het hart des lands'. Het verdedigend gevecht daar moest zoveel mogelijk worden gerekt om uiteindelijk samen met de geallieerde bondgenoten het veroverde gebied op de bezetter te heroveren. Verder werden twee grote legereenheden bij de Peel-Raamstelling in Noord-Brabant uitgedund ten behoeve van de verdediging binnen de Vesting Holland. Volgens Winkelman vormden de Moerdijkbruggen eveneens een sleutelverbinding. Daarmee was de verdediging van Noord-Brabant zo goed als opgegeven.

Een van de Franse plannen was de Hypothese Breda (Zuidfront Holland). De Fransen zagen in dat een Duitse agressor het Belgische grondgebied nodig zou hebben om volledig tot ontplooiing te kunnen komen. Verdediging van het Belgische knooppunt van opmarsroutes was essentieel. Men bepaalde dat het gebied tussen de Rijn- en zeehavens [Rotterdam en Antwerpen] en de vlaktes ten noorden van Parijs tot verdedigingsector zou worden bestempeld om een eerste Duitse aanval krachtig te pareren en hen zodoende de toegang tot de zeehavens en het noorden van Frankrijk te ontzeggen.

KW-linie < De KW-linie tussen Koningshooikt en Waver.

Frankrijk had, in samenwerking met de Belgen, het Dyle Plan ontwikkeld (langs de rivier Dijle), dat een Duitse opmars moest belemmeren. Onderdeel daarvan was een verdedigingslinie tussen de plaatsen Koningshooikt en Waver, de KW-linie. Die bestond uit meer dan 400 bunkers en liep ten oosten van Antwerpen en Brussel van noord naar zuid.

Eind november 1939 ontstond het idee het Dyle Plan uit te breiden met Breda. Er werd vastgesteld dat het Franse 7e Leger vijf divisies kon vrijmaken om de as Turnhout – Breda – Geertruidenberg te bezetten, een gebied met een sectorbreedte van 40 km. De website Zuidfront Holland geeft een uitvoerig overzicht van alle overwegingen, discussies en varianten, die uiteindelijk leidden tot de bouw van een barrière waar de Duitsers uiteindelijk gewoon omheen zouden manoevreren.

Want het Duitse leger kwam veel sneller, in een Blitzkrieg, via het noorden naar de Afsluitdijk, uit het oosten naar de Randstad en door het zuiden over de Moerdijkbrug naar Rotterdam en via West-Brabant naar België. (videofragment serie ‘De Oorlog’)

Snelle buitenlandse hulp was nu essentieel. Waar bleven de Fransen? (Jan Borgman: Aantekeningen over de Tweede Wereldoorlog). Op 12 mei rond zeven uur belde Winkelman naar kolonel Scharroo, commandant in Rotterdam, met de mededeling dat een Franse pantserdivisie naar de grote bruggen oprukte. De opperbevelhebber was kennelijk nog onwetend dat twee uur eerder de eerste Duitse pantserwagens de Moerdijkbrug al gepasseerd waren. Dit bericht werd 's avonds laat door Radio Bremen bevestigd. De Franse troepen waren toen al op de terugtocht nadat ze geconstateerd hadden dat de Nederlandse troepen geen strijd van betekenis zouden gaan leveren.

Vlucht uit Breda

In de nabeschouwing (pdf) van zijn proefschrift Gemeentebestuur in oorlogstijd (2011), over Breda in 1940-’45, merkt historicus Joop Bakker op:
Bij de Duitse aanval op West-Europa in het voorjaar van 1940 dachten de te hulp gekomen Fransen korte tijd, dat de omgeving van Breda frontgebied zou worden. De militair geschoolde Bredase burgemeester Van Slobbe had deze zorgwekkende verwachting ook al eerder tot de zijne gemaakt. Hij had zich als een van de weinige burgemeesters reeds voor het daadwerkelijk uitbreken van de vijandelijkheden verdiept in de mogelijke gevolgen en zichzelf en de stad enigermate voorbereid door al voor het begin van de oorlog een aantal maatregelen te treffen. (…) Zijn meest vergaande stap tot oorlogsvoorbereiding was de opstelling van het ‘Spreiding’- of ‘Evacuatieplan’. Hem stond geen vlucht voor ogen, juist niet, maar een ordelijke verplaatsing van de bevolking naar een gebied buiten een eventuele oorlogszone.
Maar dat liep anders: de snelle Duitse opmars en de reactie van de in westelijk Noord-Brabant aanwezige Franse legereenheid daarop deden een ordelijke geplande en begeleide aftocht ontaarden in een vroegtijdige en chaotische vlucht. Go2War2.nl beschrijft de organisatie van ’de evacuatie van Breda’:

Op 11 mei 1940 hadden eenheden van het Franse leger posities ingenomen in en rond Breda. Een verontruste Bredase afvaardiging kreeg te horen dat de Fransen van plan waren een verdedigingslinie uit te bouwen achter de bovenloop van het riviertje de Mark, in de hoop de Duitsers een paar dagen te kunnen ophouden. Als noordelijkste punt van de Marklinie zou Breda aan zware aanvallen blootgesteld worden. Logischerwijze diende de volledige bevolking dan ook naar het zuiden te evacueren. Aan de hand van Michelin-wegenkaarten stippelde men twee vluchtroutes uit met als eindbestemming Antwerpen: over Hoogstraten en via Rijsbergen en Zundert naar Wuustwezel.
Als evacuatiedatum werd maandag 13 mei, Pinkstermaandag, vastgesteld.

Overhaast

Ook dat ging niet door:

Het onverwachte succes van de Blitzkrieg in Noord-Brabant stuurde alle scenario's in de war. Nog dezelfde avond besliste de Franse legerleiding dat de evacuatie 's anderendaags al, op Pinksterzondag 12 mei 1940, moest plaatsvinden. Omstreeks 10 uur 's morgens verlieten de inwoners Breda, in een sfeer van angst en onzekerheid. De oost-, noord- en westtoegangen naar de stad waren door de Fransen hermetisch afgesloten.
Voor de ‘oostelijke groep’ van circa 25.000 evacué’s werd de overhaaste vlucht een nachtmerrie:

Na het overschrijden van de (Belgische) grens in de late namiddag van Pinksteren werden zij geconfronteerd met de schokkende aanblik van de vernielingen in het zwaargeteisterde Minderhout. Op een vrij chaotische manier overnachtten zij in alle mogelijk beschikbare ruimten van Hoogstraten en omgeving: in kerken, scholen, schuren, cafézalen, loodsen. (…) Op 13 mei 1940 raakten de vluchtelingen verzeild in de felle gevechten langs het Albertkanaal tussen Duitse Stuka's en het Belgische en Franse luchtafweergeschut. Na door Belgische soldaten opgehouden en omgeleid te zijn bereikten ze uiteindelijk de Antwerpse metropool, die door de mensenmassa overdonderd werd. Aangezien er ook nogal wat Belgen op de vlucht waren en er een onderkomen hadden gezocht, barstte de stad uit haar voegen. Die vlucht bleek achteraf niet nodig, en dat werd Van Slobbe na de oorlog zwaar aangerekend in de publieke opinie. Ten onrechte, aldus Joop Bakker:

Van Slobbe was in de vroege ochtend van 12 mei, gezien de omstandigheden, de enige, die een dergelijke beslissing kon en mocht nemen. De Nederlandse legerleiding in Noord-Brabant was onvindbaar en een Franse generaal kon hoogstens een advies tot evacuatie geven.
Op 14 mei volgde het bombardement op Rotterdam, waarbij 800 mensen de dood vonden en 50.000 Rotterdammers dakloos werden. Het leidde tot de capitulatie van Nederland. Daarna konden de Duitse troepen het ontvolkte Breda vreedzaam binnen marcheren.

vlucht Bij een bombardement in Sint Niklaas kwamen op 17 mei 51 evacué's uit Breda om het leven. (Go2War2.nl) >

Op 17 mei 1940 kwamen in Sint Niklaas 51 Bredase burgers, die waren ondergebracht in een meisjesschool, om bij een Duits bombardement dat in totaal 78 slachtoffers eiste.

Duizenden bewoners verbleven nog wekenlang in de diaspora, verspreid in West- en Oost-Vlaamse plaatsen als Gent, Brugge, Knokke en Nieuwpoort of waren doorgereisd tot diep in Frankrijk

Taalprobleem?

Twee historici, dr. J.W.M. Schulten en dr. P.G.G.M. Schulten, veronderstellen op de website van de Historische Kring De Oranjeboom in de nog altijd voortgaande discussie dat een taalprobleem wellicht de oorzaak is geweest van de misverstanden:

Het vermeende evacuatiebevel komt voor het eerst ter sprake op 11 mei tijdens een ontmoeting van de Bredase wethouder Struyken in Etten met een Franse officier. De Fransman zou bij die gelegenheid gezegd hebben: il faut évacuer. Struyken ging met deze boodschap naar burgemeester Van Slobbe terug en de mythe van het bevel was geboren.
Volgens ‘alle schrijvers’ wordt met il faut évacuer de Bredase bevolking bedoeld. Maar het Frans gebruikt évacuer zowel voor de burgerbevolking als voor het leger. In de Franse militaire vaktaal wordt het terugtrekken van militaire eenheden zowel met replier als met évacuer aangeduid.Schulten en Schulten constateren:

Tot nu toe heeft niemand zich de vraag gesteld of met il faut évacuer niet de Bredase bevolking, maar het Franse leger wordt bedoeld. Gezien de onmogelijkheid voor de Fransen om bij Breda tot een hardnekkige verdediging over te gaan en de Franse voorkeur om evacuaties van steden en dorpen te voorkomen, moet worden aangenomen dat het il faut évacuer op de terugtrekking van het Franse leger sloeg.
Andere Tijden wijdde op 24 april 2008 een uitzending aan De vlucht uit Breda (incl. video).

.


Verder met: Inhoud |

4. Bier drinken op Pinksterzondag


Make a free website with Yola