20 mei 1940: Bombardement voor Duinkerken
HET DRAMA VAN DE SS PAVON


5. Verzamelen in belaagd Zeeland

Het verhaal van Wubbe Horlings

Zonder verdere bijzondere dingen bereikte ik Terneuzen, ging daar met de veerboot verder en kwam in Vlissingen aan. In m’n eentje weer verder. Als ik honger had of dorst, ging ik gewoon naar het eerste het beste huis, om daar van alles voorzien te worden. De mensen waren overal bijzonder gastvrij tegenover soldaten. Ik heb zelfs mosselen gehad.


Verwarring over de veerpont

Deze informatie klopt niet. Er was geen veerdienst Vlissingen-Terneuzen. Als Wubbe Horlings de veerpont Terneuzen-Hoedekenskerke had genomen, dan was hij via Middelburg naar Grijpskerke gefietst; rond 40 km. Volgens zijn verhaal kwam hij in Vlissingen aan; dan moet hij de veerpont uit Breskens hebben genomen; nog 30 km fietsen van Terneuzen en vanaf Vlissingen nog 12. Volgens Wikipedia trokken op 11 en vooral op 13 mei

gedemoraliseerde troepen vanuit de Peel Zuid-Beveland binnen. Hun uitwerking op het moreel van de Nederlandse troepen in Zeeland was funest. Pas op 14 mei konden deze nieuwkomers worden overgebracht naar Noord-Beveland, maar het kwaad was toen al geschied.
Ook kwamen Nederlandse afdelingen vanuit Noord-Brabant via België in Zeeuws-Vlaanderen aan. Een gedeelte, stelt Wikipedia, werd naar Walcheren overgebracht. Dat is dan waarschijnlijk met de veerboot Breskens-Vlissingen gebeurd.

Eventuele ervaringen onderweg blijven in dit verhaal onvermeld. Hij vertelt nu ook nog niets over de schade. Als hij later in Vlissingen (terug?)komt wordt hij getroffen door de verwoestingen die bombardementen er hebben aangericht.
Hij komt er uiteindelijk terecht op ‘de laatste pont naar Terneuzen’, wat waarschijnlijk Breskens zal zijn geweest.



Zo kwam ik eindelijk terecht in een klein plaatsje, Grijpskerke. Daar was de kapitein al aangekomen, met wat er van de compagnie Jagers nog bij elkaar was. Daar verliep het leven weer een klein beetje georganiseerd. Daar kwamen ook de jongens van de post Goirle binnen. We zijn weer bij elkaar.


500 militairen in Grijpskerke

In Grijpskerke werden op 13 en 14 mei 1940 rond 500 Nederlandse militairen verzameld. H. Groenman, redacteur van de website Grebbeberg.nl, vermeldt in een forumdiscussie over het onderwerp Grenadiers/Jagers (22 juli 2005):

Het Stafwerk "Zeeland" bevestigt dat Nederlandse militairen, waaronder ook van GBJ [Grensbataljon Jagers], via Zeeuws-Vlaanderen op 13 en 14 mei terecht zijn gekomen op Walcheren. Deze militairen waren aanvankelijk in Belgie (Antwerpen) (…) aangeland en vandaar doorgestuurd naar Zeeuws-Vlaanderen. Uit deze eenheden zijn op Walcheren nieuwe onderdelen gevormd, waarbij (alle ?) militairen van GBJ terecht kwamen in een 500 man tellend detachement in Grijpskerke.
Op 17 mei werd door de Nederlandse troepen op Walcheren gecapituleerd en een dag later werden ze over Middelburg, Breda en Den Bosch afgevoerd. Je mag aannemen naar Duitsland, al staat dat er niet specifiek bij.
Terug naar haardsteden

Overigens kreeg die groep krijgsgevangenen eind mei toestemming om “naar de haardsteden terug te keren”.
In het vervolg van de discussie wordt opgemerkt dat er ook militairen van GBJ om het leven kwamen bij de ramp met de Pavon, die later in deze documentatie aan de orde komt.


parachutisten Parachutistenalarm in de Provinciale Zeeuwsche en Middelburgsche Courant van 14 mei 1940 >

Toen was er weer zo’n boodschap: ”Parachutisten geland in een bos, dichtbij. Vrijwilligers gevraagd.” Wij gingen ook mee, dringen op een rij, het bos in. Niets gevonden!

Liever op de fiets

Op zeker ogenblik kwam de kapitein naar mij toe. “Horlings, je gaat met jouw ploeg met die vrachtauto mee.” Hij wees op een van de lege auto’s die daar stonden.
“Waarom, kapitein?”
“We gaan naar Vlissingen en steken over naar Terneuzen.”


Op 14 mei 1940, stelt De Jong (deel 3, pagina 490), was vastgesteld dat Nederlandse troepen die in België belandden, naar Duinkerken gedirigeerd zouden worden.



Want we zaten in de val. De Duitsers waren Bergen op Zoom al voorbij en rukten op richting Goes.

Ik voelde niets voor zo’n vrachtauto. Veel gevaarlijker dan fietsen. Komt er een vliegtuig, dan ziet de vlieger de auto veel eerder dan een fietser. Bovendien moet je dan stoppen, van de wagen af springen en dekking zoeken. Met een fiets gaat zoiets altijd veel vlugger. Dan lig je meteen in een slootwal.

“En onze fietsen dan?” vroeg ik.
“O, die blijven achter.”


Op deze plaats voegt Horlings in het verslag een gebeurtenis toe, die hij kennelijk eerder meemaakte, toen hij onderweg was naar Grijpskerke,


Ondertussen had Nederland gecapituleerd. Maar die capitulatie gold niet voor Zeeland, omdat daar Franse troepen lagen.
Ik heb een deel van die troepen aan land zien komen. En tot mijn grote verbazing kende ik één van die militairen. Het was Aptroot, een Jood. Toen ik in dienst ging, met nog vele anderen, werden wij aan het station opgewacht door een paar korporaals van de Jagers, die ons naar Waalsdorp moesten begeleiden. Een van die korporaals was deze Aptroot, een aardige jongen. Hoe hij bij het Franse leger was gekomen weet ik niet. Ik heb hem maar even gesproken, want hij moest optreden als tolk. Hierna heb ik hem niet meer gezien.

Waalsdorp was een militair oefenterrein in het duingebied Meijendel bij Den Haag. In de oorlog werden er vele vezetsstrijders vanuit het nabijgelegen 'Oranjehotel' door de Duitsers gefusilleerd. Nu is het op 4 mei een belangrijke herdenkingsplaats voor oorlogsslachtoffers.


Nu verder: Ik voelde er niets voor de fietsen achter te laten. En ik wist dat mijn jongens er net zo over dachten. Daarom zei ik tegen de kapitein, dat het veel beter was, als wij op de fiets naar Vlissingen gingen. Dan was er meer plaats voor andere soldaten, enz.

De kapitein vond het goed. De jongens waren het roerend met mij eens, toen ik het hun later vertelde. Maar eerst moest er nog wat anders geregeld worden. Ik vroeg de kapitein wanneer de vrachtauto’s zouden vertrekken.
Hij zei:”Om drie uur”.
“Nou”, zei ik, “Dan gaan wij om half drie weg, want wij kunnen natuurlijk niet zo vlug als de auto’s.”

Dat vond de kapitein goed.
En zo gingen wij om half drie richting Vlissingen. Toen we daar aankwamen, hadden we de vrachtauto’s nog niet gezien.


Verder met: Inhoud |
of:

6. De vergeten oorlog in Zeeland
11. Laatste veerpont uit Vlissingen


Make a free website with Yola