20 mei 1940: Bombardement voor Duinkerken
HET DRAMA VAN DE SS PAVON


29. Gebaar van Goede Wil

Na de capitulatie van opperbevelhebber Winkelman nam het Duitse leger 20.000 Nederlandse soldaten in krijgsgevangenschap. Het overgrote deel werd naar kampen in Duitsland afgevoerd. In Zeeland ging de strijd nog drie dagen door, maar toen was Wubbe Horlings met voornamelijk manschappen van de Peeldivisie al in België onderweg naar Duinkerken en de Pavon.

Na de ramp weken de Nederlanders uit naar Calais, dat op 24 mei door het Duitse leger werd bezet. Als krijgsgevangenen werden de Nederlandse soldaten te voet afgevoerd.

Op 30 mei 1940 kregen de Nederlandse militairen in Duitsland, en kennelijk ook bij Calais, te horen dat dat de Führer de grootmoedigheid had gehad hen uit hun krijgsgevangenschap te ontslaan (David Jan Smit, pag. 54). Smit citeert uit de brief ‘van de Führer und Oberste Befehlshaber der Wehrmacht’, waaruit blijkt dat een deel van het leger intussen nuttig aan het werk was gezet:

"Der holländische Soldat aber hat überall offen und ehrlich gekämpft und unsere Verwundeten und Gefangenen entsprechend gut behandelt.Die Zivil­ bevölkerung hat nicht am Kämpfe teilgenommen und ebenfalls die Gesetze der Menschlichkeit gegenüber unseren Verwundeten erfüllt. Ich habe mich daher auch für Holland entschlossen, die Genehmigung zur Freilassung der gefangenenen holländischen Soldaten zu erteilen. Die Hälfte der holländi­schen Armee wird mit sofortiger Wirkung entlassen. In erster Linie kommen holländische Wehrmachtangehörige in Frage, die in der Landwirtschaft, in Bergwerken, in der Nahrungsmittelindustrie, in der Bauindustrie und in ver­ wandten Betrieben tätig sind. Die übrigen Angehörigen der holländischen Wehrmacht sollen allmählich demobilisiert werden, um die Wirtschaft nicht zu überlasten und Arbeitslosigkeit hervorzurufen. Sinngemäsz geIten diesel­ ben Bestimmungen für diejenigen holländischen Soldaten, die sich in Deutschland in Kriegsgefangenschaft befinden.Für die holländischen Berufs­ soldaten werde ich eine Entscheidung noch treffen.

gez. Adolf Hitler"

Führer-Erlass

Twee dagen later werd dat officieel. Toen liet Adolf Hitler een ‘Erlass des Führers’ publiceren. Daarin werd een motivatie gegeven voor de Duitse inval:

Er bestond een geheim westers plan [zie krantenbericht] om het Ruhrgebied via Nederlands grondgebied binnen te vallen. Het Duitse aanbod om Nederland daartegen te beschermen werd door de Nederlandse regering afgewezen. De Nederlandse regering was er dus verantwoordelijk voor dat zijn bevolking de ‘schrik van de oorlog’ moest ervaren, terwijl zij zichzelf in het buitenland in veiligheid stelde. De inzet van het Nederlandse leger en de terughoudendheid van de bevolking waren in overeenstemming met de culturele en ethische normen van de met de Duitsers verwante Nederlandse bevolking. De Nederlandse soldaat had overal open en eerlijk gevochten en onze gewonden en gevangenen naar omstandigheden goed behandeld. De bevolking had zich bij de gevechten afzijdig gehouden en eveneens de wetten van menselijkheid tegenover onze gewonden in acht genomen. Daarom had de Führer ‘auch für Holland’ besloten om toestemming te geven voor vrijlating van de gevangen Nederlandse soldaten’.

Volgden nog passages waarin werd gesteld dat de vrijlating in gedeelten zou gebeuren en dat krijgsgevangenen, die nu werk deden waarin ze node gemist konden worden, later in vrijheid zouden worden gesteld.

Volgens vaandrig Gert Schermers had het ontslag uit krijgsgevangenschap nog een andere reden:

De Duitsers waren nu niet langer verantwoordelijk voor onze verzorging. We moesten nu zelf voor eten en onderdak zorgen. Dat was moeilijk: we hadden geen franc op zak.

Ca. 20.000 krijgsgevangenen

Na de capitulatie van het Nederlands leger werden 20.000 van de 300.000 Nederlandse militairen korte tijd in krijgsgevangenkampen in Duitsland opgesloten. Als gebaar van goede wil werden zij in juni 1940 in opdracht van Hitler vrijgelaten, met uitzondering van oud-opperbevelhebber generaal Winkelman en enkele andere hoge officieren die tot de bevrijding geïnterneerd bleven. De andere Nederlandse beroepsmilitairen dienden een ‘erewoordverklaring’ te ondertekenen, waarin zij beloofden niets ten nadele van Duitsland te ondernemen. De meesten (14.400 man) zetten hun handtekening, de weigeraars werden als krijgsgevangenen weggevoerd; o.a. naar Colditz.

In mei 1942 moest een grote groep officieren zich melden 'voor controle', maar werd ter plekke krijgsgevangen gemaakt. In maart 1943 moest andere officieren zich melden om in krijgsgevangenschap te worden weggevoerd. Zij werden eerst naar het Poolse Stanislau overgebracht, later naar het Duitse Neubrandenburg. Dankzij de Conventie van Genève hoefden ze daar geen dwangarbeid te verrichten, maar zaten ze zich er eindeloos te vervelen (op het beramen van ontsnappingsplannen na).

Terug naar huis

De amnestie van 1 juni 1940 gold uitsluitend voor de Nederlanders, bemerkte Anton G.M. Heijmerikx, die het lot beschrijft van mannen die op de Grebbeberg krijgsgevangen waren gemaakt en gevangen zaten in Luckenwalde, 60 km ten zuiden van Berlijn.

De lege plek van de vertrekkende Nederlanders werd door binnenkomende Fransen weer opgevuld. Een Nederlandse soldaat, die zijn baret ruilde met een Franse baret, had de pech dat hij werd aangezien voor een Fransman, en zo weer terug mee naar binnen mocht.
Heijmerikx, die een uitvoerige website heeft samengesteld over o.a. de oorlog, meldt dat het in Luckenwalde nogal wat voeten in aarde had om het bevel van Hitler van 1 juni op te volgen.

terug De eerste in Duitsland vrijgelaten krijgsgevangenen zetten op het station van Enschede weer voet op Nederlandse bodem. (Toenennu.nl) >

Zaterdag 8 juni mocht men eindelijk vertrekken; logistieke problemen in een oorlog zijn altijd lastig en vervoer van krijgsgevangenen, heeft nu eenmaal geen grote prioriteit.
Onderweg, lopende naar de gereed staande goederenwagons, moest er eerst gestopt worden. De Duitse propaganda wilde zingende en vrolijke Nederlandse krijgsgevangenen filmen, die in koor riepen dat zij het erg goed gehad hadden. Nu wilde iedereen wel roepen wat gevraagd werd, als zij maar naar huis mochten. Bioscoopbezoekers konden de volgende dagen zien en horen, hoe goed de Hollanders in het kamp behandeld waren, en hoe goed ze te eten hadden gehad. Wat zij niet konden zien, was dat iedereen gemiddeld 15 kilo lichter was geworden.
Ook de aankomst in Nederland was geheel geregisseerd:

Zondag 9 juni rond 10 uur kwamen de treinen Nederland weer binnen rijden, de ene trein bij Zevenaar met bestemming Arnhem, de anderen kwamen bij Oldenzaal de grens weer over, met bestemming Enschede, Hengelo of Almelo. De deuren mochten een klein stukje open, en Nederlanders stonden overal langs de rails hun toe te juichen.
Uitstappen moesten zij tussen de rails, eerst moest er geteld worden, de Duitsche grundlichkeit liet zich gelden. Er moesten er net zoveel aankomen, als dat er vertrokken waren, dus eindeloos werd er geteld. Pas als alles klopte, mocht men voor de locomotief langs lopen, en kon men het perron op, vrij, eindelijk onder de knoet van de bewaking weg.

Arbeitseinsatz

De vrijlating had een tijdelijk karakter. In 1943 besloot de bezetter, beschrijft Ben Sijes in ‘De arbeidsinzet, de gedwongen arbeid van Nederlanders in Duitsland’ (1966), dat alle 300.000 ex-krijgsgevangenen dienden te worden opgepakt omdat de Duitsers bang waren dat ze bij een geallieerde aanval steun zouden verlenen aan de ’vijand’.

oproep < Illegaal pamflet tegen de Arbeitseinsatz. Klik op de link om ook de achterkant te lezen.

Bijkomend voordeel voor de Duitsers was dat deze krijgsgevangenen dan ook voor de Arbeitseinsatz konden worden ingezet.

De ex-militairen, die in de Nederlandse bewapeningsindustrie werkzaam waren, zouden na aanmelding vrijgesteld worden. Anderen zou men bij de bouw van de Atlantikwall in Nederland tewerkstellen. Voor de Arbeitseinsatz bleef dan, zo schatte men, 200.000 man over.

De tekst van de afkondiging was zo dreigend mogelijk geformuleerd en gaf de indruk dat de bezetter op zeer korte termijn Nederland met één slag wilde beroven van 300.000 jonge mannen. In de steden verspreidde dit bericht zich met bliksemsnelheid. Door het hele land kwam het tot grote spontane stakingen. Deze april/meistakingen zijn door de Duitsers met terreur in enkele dagen neergeslagen.

Eind maart 1943 waren er al ± 227.000 Nederlanders tewerkgesteld in het Derde Rijk. Begin januari 1944 was dit getal (onder andere door de hernieuwde krijgsgevangenschap van Nederlandse militairen) gestegen tot omstreeks 275.000. Er zouden nog vele landgenoten volgen - zo'n 120.000 alleen al via razzia's in het laatste oorlogsjaar, zoals in Rotterdam en Apeldoorn.


Verder met: Inhoud |
of:

30. Op een doortrapper richting huis
31. Vele wegen leiden naar Huis


Make a free website with Yola