20 mei 1940: Bombardement voor Duinkerken
HET DRAMA VAN DE SS PAVON


9. Opmerkelijk optreden Wilhelmina

In haar eerste toespraak voor Radio Oranje bevorderde Koningin Wilhelmina, net in Londen gearriveerd, de commandant in Zeeland, schout-bij-nacht H.J. van der Stad (scroll omlaag) tot 'bevelhebber van alle strijdkrachten ter zee en te land in Zeeland', en zadelde hem daarnaast via geheime kanalen op met een 'onmogelijke' opdracht.

Toen generaal Winkelman op 14 mei 1940 – na het Duitse bombardement op Rotterdam – de capitulatie van het Nederlandse leger bekendmaakte, gold die niet voor de provincie Zeeland, omdat daar Fransen zaten.

Op 15 mei hield Wilhelmina, kersvers gearriveerd in Engeland, haar eerste radiotoespraak vanuit Londen. Het was een boodschap, speciaal bestemd voor de legercommandant in Zeeland, schout-bij-nacht Van der Stad. De rede, volgens De Jong (deel 3, pag. 466) uitgesproken om 23.08 uur vanuit Buckingham Palace, bestond slechts uit drie zinnen:

Radio_Oranje

'Ik heb de commandant in Zeeland, de schout-bij-nacht van der Stad', zei zij, 'benoemd tot bevelhebber van alle strijdkrachten ter zee en te land in Zeeland. Ik weet dat mijn gehele volk in Nederland en in de gewesten overzee met bewondering en vol hoop uitziet naar hun plichtsbetrachting, waarop ik vertrouw te kunnen rekenen. Mijn gedachten verlaten u geen ogenblik.'

Koningin Wilhelmina tijdens haar eerste officiële toespraak voor Radio Oranje op 28 juli 1940 (Gahetna.nl) >

De eerste officiële toespraak van Wilhelmina uit Londen, via Radio Oranje, vond plaats op 28 juli 1940. Een fragment daarvan is hier te beluisteren. Er is zelfs een zoekmachine naar de onderwerpen die ze bespreekt (teleurstellend als het bijvoorbeeld om de Joden gaat).



De troepen in Zeeland waren echter, aldus De Jong, gedemoraliseerd door de capitulatie en de verhalen van de vanuit Brabant binnenstromende militairen die gewaagden van een ‘onoverwinnelijke vijand’. Van der Stad verklaarde:

'Er waren zelfs officieren die dat doorvechten beschouwden als een soort particuliere aangelegenheid van mij, waar ik eigenlijk helemaal het recht niet toe had'. (De Jong, deel 3, pag. 471)
Diezelfde dag drongen de Duitsers diep op Zuid-Beveland door.

Geheime opdracht

Nog vóór de SS'ers Walcheren bestormden, had ook schout-bij-nacht Van der Stad het eiland verlaten, constateert De Jong.

Bepaald niet uit eigen wil! Zijn vertrek was gevolg van een ingrijpen van de koningin dat hoogstwaarschijnlijk aan de minister van Defensie, alsook aan de andere ministers, geheel onbekend was.
Toen Wilhelmina de commandant van Zeeland via de radio promoveerde had zij zich, aldus De Jong, er zorgen over gemaakt dat hij, als Walcheren in Duitse handen zou vallen, ertoe zou kunnen worden gedwongen de Nederlandse troepen in Zeeuws-Vlaanderen opdracht te geven de strijd te staken.

Via een telefoonverbinding van de Admiralty in Londen, gaf zij Van der Stad opdracht, uit handen van de Duitsers te blijven.
Maar er viel voor Van der Stad weinig meer te strijden, bij gebrek aan inzetbare troepen. Het feitelijke commando was, hoe tijdelijk ook, trouwens al sinds 11 mei in Franse handen.

Hij besefte evenwel, dat het een ongunstige indruk zou maken indien hij, de commandant Zeeland, Middelburg en Walcheren verliet. 'Een order is een order', hield de Franse schout-bij-nacht Platon, met wie hij zijn probleem besprak, hem voor, 'of deze nu prettig is of niet voor uw reputatie, dat gaat u niet aan, dat komt later terecht.'
Van der Stad aanvaardde dat advies, reed laat in de avond van de rode van Middelburg naar Vlissingen en vestigde op de 17de zijn commandopost in Breskens, aan de overkant van de Westerschelde (die dag keerde hij nog korte tijd naar Vlissingen terug [zie hieronder]).(De Jong, deel 3, pag. 478)

Fatale uitwerking

Van der Stad wilde een ongunstig effect op het moreel van de troepen vermijden en daarom had hij, aldus De Jong, de officieren van zijn staf in Middelburg wat betreft zijn overtocht geheimhouding opgelegd. Dat had een fatale uitwerking. De Jong beschrijft de verbijstering toen de burgemeester van Vlissingen er achter kwam:

Zo belde op 17 mei de burgemeester van Vlissingen, Van Woelderen, het hoofdkwartier van Van der Stad in Middelburg op en vroeg hem te spreken..
'Hij is weg.'
'Dan de chef staf.'
'Ook weg.'
'Ik vroeg de officier die mij te woord stond', aldus Van Woelderen, 'wat er te Vlissingen moest gebeuren'.
'Dat weten wij niet.'
'Wat doet u dan zelf?', vroeg ik.
'Wij pakken in.'
'Verdomd!', riep ik en smeet de telefoon op de haak.'
Het was toen drie uur 's middags. (De Jong, deel 3, pag. 479)

2,5 miljoen gulden

Zoals De Jong schreef, is Van der Stad vanuit Breskens nog éénmaal naaar Vlissingen op en neer geweest. De website GeschiedenisZeeland.nl weer waarom: hij haalde er 2,5 miljoen gulden op, die hij later naar Parijs bracht.

Vanuit Breskens vertrekken op 17 mei 1940 Schout bij nacht Van der Stadt en tweede luitenant Küp. Zij gaan met een geheime missie naar Middelburg. Daar aangekomen breken ze de deuren van het agentschap van de Nederlandsche Bank in de Gortstraat open. Op dat moment vliegen de granaatscherven al in ’t rond en staat de stad in brand. In de kluis blijken de personeelsleden te schuilen. Na bedreiging komt het geld voor de dag. In drie zakken en een damestas voeren de militairen 2,5 miljoen gulden af. Na een avontuurlijke tocht wordt het geld bij militaire attachés in Parijs afgeleverd.
Van der Stad is inderdaad in Parijs geweest. Op de terugweg werd hij door de Duitsers gearresteerd en krijgsgevangen gemaakt. Dit verhaal vindt overigens geen bevestiging bij andere bronnen.


Verder met: Inhoud |
of:

10. Gedemoraliseerde troepen
11. Laatste veerpont uit Vlissingen


Make a free website with Yola